Een zo groot mogelijke verandering bewerkstelligen

Een grote verandering bewerkstelligen is niet gemakkelijk. Dus weet waar je aan begint. Wanneer je veel invloed wil hebben op de ander, dan dien je zijn bestaande conditionering aan te passen. Dat wil zeggen dat je letterlijk zijn brein aan het veranderen bent! Ons brein leert op drie manieren:

  1. Imprinting. Dit vindt alleen vlak na je geboorte plaats en is voor ons doel dus weinig interessant.
  2. Associatief leren. Bij associatief leren maakt het brein een waarschijnlijkheidsrelatie tussen twee zintuiglijke indrukken. Denk hierbij aan Pavlov’s hond. Omdat Pavlov de ontdekker van associatief leren is, wordt het ook wel Pavloviaans leren genoemd. Pavlov gaf zelf al aan dat wanneer je associatief leren bij mensen wil beïnvloeden dat je dit het beste met hypnose kan doen.
  3. Instrumenteel leren. Bij instrumenteel leren maakt het brein een waarschijnlijkheidsrelatie aan tussen je gedrag en wat je gedrag je oplevert. Wanneer je deze vorm van leren wil beïnvloeden, dan dien je gebruik te maken van het ABC-model van Skinner.

Er is letterlijk geen andere manier waarop je het brein van de ander kan beïnvloeden. Kortom, wanneer je een grote verandering wil, gebruik dan associatief en instrumenteel leren!

De mens heeft geen blanco leermachine

Associatief leren en instrumenteel leren zien beiden iets over het hoofd. Zij gaan er namelijk vanuit dat je alles leert uit de omgeving. Dat je als het ware bent geboren met een blanco leermachine. Maar daar is, dankzij de evolutie, geen sprake van. Iedereen heeft een aangeboren leermachine in zijn hoofd die al specifieke evolutionaire gedragspatronen met zich meebrengt. Cybernetic Big Five Theory (CB5T) en mijn op CB5T gebaseerde Neurogram® model zijn de beste manier om deze evolutionaire gedragspatronen in kaart te brengen. In plaats van te worden zoals de ander en alleen iets kleins te bereiken, krijg je met CB5T zoveel inzicht in hoe de ander in elkaar zit dat je hem of haar zo goed kan beÏnvloeden dat hij of zij een grote verandering maakt.

Samenvattend, om andere mensen te beïnvloeden moet je drie dingen kunnen:

  1. Zonder dat de ander het doorheeft een inschatting maken van wat voor soort CB5T breintype hij of zij heeft. Vervolgens dien je dat met slimme terloopse vragen te controleren. Zodra die test jouw inschatting bevestigt, weet je precies hoe deze persoon in elkaar zit op het vlak van emoties, motivatie en cognitie. Bovendien weet je dan precies welke beïnvloedingsstrategie het beste bij hem of haar werkt.
  2. Hypnotische taalpatronen te gebruiken zodat je het onbewuste van de ander direct beïnvloedt om oude associaties te doorbreken en nieuwe associaties aan te maken. Hierbij is het van groot belang dat je leert om goed te kijken en te luisteren naar de ander, omdat hij of zij je op die manier de munitie levert, waarmee je het onbewuste van hem of haar kan beïnvloeden.
  3. Gebruik maken van het ABC-model om te snappen hoe je de positieve bekrachtiging van ongewenst gedrag ongedaan kan maken en tegelijkertijd hoe je het gewenste gedrag van de persoon in kwestie kan belonen, zodat hij of zij er verslaafd aan raakt en het maar meer en meer blijft doen.

Wanneer je hier meteen mee aan de slag wil gaan, bekijk dan onze online resources.